ACN presenteert | 17.10.2023 | 20:00 - 21:30 uur | Thiemeloods Nijmegen
Het Keizer Karelplein en de Oranjesingel zijn ooit ontworpen in de tijdsgeest van de negentiende eeuw: een gezonde stad heeft een publiek openbaar leven. In de praktijk heeft deze ruimte echter niet geleid tot meer groen, maar juist tot meer verkeer: al meer dan een eeuw wordt de mobiliteitsgroei van Nijmegen opgevangen in het hart van de stad. Zijn er betere manieren om deze prachtige singel te benutten? Deze avond leerde je meer over de verborgen potentie van de Oranjesingel en het Keizer Karelplein, van architectuurhistoricus Paul Meurs en burgerinitiatief van Ring naar Park.
Foto: Regionaal Archief Nijmegen
Uit het architectuurhistorisch onderzoek van Paul Meurs blijkt het einde van de negentiende eeuw een belangrijk moment voor Nijmegen te zijn geweest. Binnen de toenmalige wens om Nijmegen te ontwikkelen naar een leefbare en aantrekkelijke stad was het belangrijk om vermogende burgers naar de stad te trekken, om haar zo meer aanzien te geven. Daarnaast was er een duidelijke visie op wat leefbaarheid betekent in de stad: ‘Het is gewenst alle straten te beplanten, en ten behoeve van licht en lucht dienen de bomen ten minste 6 meter uit de gevels te staan. Bij een rijbaan van 5 meter breed geeft dit een straatbreedte van 17 meter.’ Met deze visie ontwikkelde stedenbouwkundige W.J. Brender à Brandis, met later aanvullingen van Bert Brouwer, de singel die we vandaag de dag nog steeds bewandelen - al is het aantal auto’s dat de singel gebruikt inmiddels vele malen groter dan het aantal voetgangers.
Ruimte en lucht
Deze hedendaagse invulling van de singel staat haaks op het oorspronkelijke idee uit de negentiende eeuw, vertelde Meurs: “Het Keizer Karelplein en de Oranjesingel zijn niet bedacht om zoveel mogelijk verkeer door de stad te leiden: ze zijn juist ontworpen om ruimte en lucht te geven aan de stad.” Dat was toen een revolutionair idee, want het was voor grondeigenaren juist voordeliger om zoveel mogelijk huizen op hun grond te zetten - daar was immers het meest aan te verdienen. Deze keuze voor ruimte en lucht was van groot belang voor de ontwikkeling van de stad.
Hierdoor kreeg Nijmegen een uniek karakter ten opzichte van andere steden, waar de publieke buitenruimte als het ware naar binnen werd gekeerd. Dat maakte Nijmegen tot een prachtige stad, waar je vanuit het station door het groen naar het Keizer Karelplein kon lopen. Dit deel van de stad ging verloren door de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog. Bij de heropbouw was er veel meer aandacht voor logistieke verbinding, waardoor bijvoorbeeld het Kronenburgerpark werd afgesneden van de singel door de Tunnelweg. “Het Keizer Karelplein werd ooit ontworpen als symbool voor een leefbare stad, maar dient tegenwoordig vooral de auto. Ook op andere plekken voel je dat dit gebied onder druk staat, bijvoorbeeld door de grote gebouwen die aan de spoorstraat worden gebouwd. Op een gelijke wijze wordt de Van Schaeck Mathonsingel nu betrokken bij het stationsgebied, terwijl deze singel daar helemaal niet voor bedoeld is.”
De gemeente staat voor een geweldige uitdaging wat betreft het combineren van historische aspecten met hedendaagse vragen. Meurs ging op deze kwestie in met voorbeelden uit Utrecht, Rotterdam en Moskou, waar het historische karakter van een plek op geslaagde wijze is gecombineerd met moderne uitdagingen - bijvoorbeeld door bewust ruimte te maken voor de voetganger. Ook liet hij zien hoe een keuze voor schoonheid een fundamentele rol kan spelen in het functioneren van een stad, omdat het de leefbaarheid sterk bevordert.
Burgers mobiliseren
Johanna van der Werff, die zich als voorzitter van het burgerinitiatief van Ring naar Park inzet voor meer groen in Amersfoort, vervolgde de avond met een inspirerend betoog. Terwijl we in Nijmegen lijken te hebben geaccepteerd dat de Oranjesingel en het Keizer Karelplein enkel bestaan voor de doorstroom van gemotoriseerd verkeer, organiseren betrokken burgers in Amersfoort initiatieven voor een ander perspectief. Zo organiseerde van der Werff een autovrije dag op de Ringbaan, om te kunnen ervaren hoeveel openbare ruimte zo’n ring eigenlijk kost.
Zou het ook anders kunnen? In Nijmegen lijkt dit nog nauwelijks te spelen, en wordt alle ruimte van de Oranjesingel en het Keizer Karelplein zonder protest aan de auto gelaten. Het cultuurhistorisch onderzoek van Meurs opende daarom vele ogen in het publiek. Marlies de Nijs (gemeente Nijmegen) sloot de avond af, door te spreken over de mogelijkheden van de Oranjesingel en het aantal auto’s dat deze weg gebruikt. “De bus blijft een centraal vervoersmiddel in Nijmegen, die de Waalbrug moet kunnen bereiken. Een autovrije zone zal op deze plek dus vrijwel onmogelijk zijn, maar in de ontwikkeling van het stationsgebied wordt wel uitvoerig nagedacht over de rol van de auto hier.” De Nijs werkte eerder als stedenbouwkundige in Utrecht, waar mobiliteitskwesties zijn opgelost met ingenieuze oplossingen die eerst vrijwel ondenkbaar waren. Dat geeft hoop voor Nijmegen.
Tekst: Camiel Hendriks
Historische foto's van de Oranjesingel en het Keizer Karelplein.
Dit programma is onderdeel van ‘New Dawn: krimpen voor de groeiende stad’. Het komende jaar onderzoekt ACN hoe de stad groen kan groeien met slimme innovaties en te krimpen waar nodig om zo bij te dragen aan een stad die snoeit, groeit en bloeit.
Comments